Het hoeft niet altijd te vriezen om onderkoeld te raken, bij 10 graden boven nul kun je ook onderkoeld raken, door een harde wind, regen en te weinig kleding kan een sporter bij een langdurige inspanning onderkoeld raken.
Hoe koud kan of mag het zijn? En wie behoren tot de risico groep? Goed getrainde lopers hebben een snellere eindtijd dus minder lang aan de kou blootgesteld, hebben een goede glycogeenvoorraad en door de hogere mate van inspanning een grotere warmteproductie. Daar staat tegenover dat ze vaak minder lichaamsvet hebben, recreanten hebben een langere blootstelling aan de koude en minder warmteproductie. Zij hebben vaak weer meer vet.
Koolhydraatstapeling is van belang omdat bij lage bloedsuikerspiegels er een verhoogd risico is op onderkoeling. Vetverbranding kan verminderd zijn door de vasoconstrictie(vernauwing van de bloedvaten) onder invloed van kou, mensen met chronische aandoeningen zoals inspanningsastma, diabetes en hartaandoeningen lopen een verhoogd risico.
Houd rekening met de wind, wanneer de temperatuur en wind gevoelstemperatuur beneden de – 10 graden zijn is het risico op bevriezing en onderkoeling groot.
We spreken over hypothermie (onderkoeling) wanneer de kerntemperatuur onder 35 graden zakt. De onderkoelde persoon is vaak verward en gedesoriënteerd, rilt en mist de fijne motoriek. Bij een temperatuur van -4 graden bevriest de huid, bij een 1ste graad bevriezing is de huid wit en gevoelloos en geeft een stekende pijn bij het opwarmen. Wanneer de huid roodblauw, opzwelt en blaren ontstaan is er sprake van een 2de graad verbranding, bevriezing bij 3de graad blijft de huid gevoelloos, ook bij het opwarmen. De verkleuring is blauwzwart en het weefsel sterft naar enkele dagen of weken af.
Bron. Dick leseman